Overtuigende drammer gaat de kunstnier draagbaar maken
Elke zondagochtend fietsen vier mannen door het Groene Hart. Drie van de vier hebben een hekel aan de dijk langs de Lek. Altijd tegenwind. Maar de vierde, Tom Oostrom, houdt daar juist van. Dus rijdt hij op de cruciale momenten op kop zodat de groep bij de afslagen altijd richting Lek gaat. En de anderen volgen.
Tom Oostrom, directeur van de Nierstichting
‘Tom lijkt meegaand’, zegt fietsvriend Marcel Swaak, ‘maar krijgt iedereen zijn kant op.’ ‘Hij heeft een winnaarsmentaliteit’, vult oudere broer George Oostrom aan.
‘Hij denkt, doet en durft’
Die heeft hij nodig ook, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van een draagbare kunstnier, zodat
patiënten niet elke keer naar het ziekenhuis moeten voor dialyse. Toen het bedrijfsleven dat initiatief niet oppakte, besloot Tom Oostrom dat als directeur van de Nierstichting zelf te doen. Hij richtte een onderneming op, mobiliseerde fondsen en liet een prototype ontwikkelen.
‘Tom is een vernieuwer’, zegt Marco van Alderwegen die samen met Oostrom studeerde. ‘Hij denkt, doet en durft risico’s te nemen.’
“Wanneer wij in een restaurant eten, wijst hij ons altijd even op de gevaren van vet, zout en suiker”
• George Oostrom (broer)
Daarom is de 54-jarige TomOostrom donderdag uitgeroepen tot de invloedrijkste persoon in de Nederlandse filantropie, een titel die jaarlijks wordt vergeven door opiniemagazine De Dikke Blauwe. In het juryrapport worden onder andere zijn ondernemerschap en zijn innovatievermogen geroemd.
Nooit een bal door de ruit
Oostrom richt zijn aandacht niet alleen op de draagbare kunstnier – het ter beschikking komen daarvan laat nog een aantal jaren op zich wachten – maar vecht ook voor de regeneratieve geneeskunde, een nieuwe vorm van geneeskunde die weefselherstel en uiteindelijk genezing van nierziekten dichterbij moet brengen.
En tot voor kort was Oostrom betrokken bij de strijd voor een nieuwe donorwet. ‘Tom heeft een grote overtuigingskracht’, aldus Pia Dijkstra, het D66-Kamerlid dat in 2016 dit initiatief met de kleinst mogelijke meerderheid door de Tweede en Eerste Kamer loodste. ‘Hij heeft mij goed geholpen. Tom is niet alleen inhoudelijk sterk, maar ook een aangenaam mens.’
Dat gold volgens George Oostrom vroeger al. Hij omschrijft zijn broer als een ‘zorgzame jongen’, als een jongen die thuis geen problemen veroorzaakte. Met voetballen schoot hij nooit een bal door de ramen, op het schoolplein was hij nooit betrokken bij vechtpartijen.
Katholiek gezin
Tom Oostrom wordt in 1964 geboren in een katholiek gezin in Delft als jongste van drie
zonen. Moeder regelt het huishouden, vader is administrateur bij Philips. Ook geeft hij les op de tennisclub van dat bedrijf en haalt hij geld op voor elk goed doel dat de kerk lanceert.
Na de lagere school gaat Tom Oostrom naar het Stanislascollege, een scholengemeenschap die wordt geleid door Jezuïeten. Hij volgt het vwo, maar vindt de universiteit te pretentieus. Liever kiest hij voor de verpleging, naar eigen zeggen na een bezoek aan zijn oma die dan in het ziekenhuis ligt.
‘’Af en toe kan ik behoorlijk drammen. Vooral als ik mijn zin niet krijg’
• Tom Oostrom
Dus volgt hij een opleidingverpleegkunde, de opleiding waar hij Marco van Alderwegen ontmoet. ‘Wij hadden veel plezier in die tijd’, zegt die. ‘Bij ons op school was slechts 10% van de studenten man. Meer wil ik daar niet over zeggen.’
Beleidsniveau
In 1986 vervult Oostrom zijn militaire dienstplicht in het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht. En een jaar later wordt hij wijkverpleger in Rijswijk. Een zinvol beroep, vindt hij nog steeds, maar ook een beroep dat om vernieuwing schreeuwt. Hij wil minder bureaucratie, meer inspraak en meer aandacht voor de patiënt.
Die doelen zijn alleen te bereiken op beleidsniveau, weet hij. Dus schrijft Oostrom zich in voor de opleiding Beleid en Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam, een studie die hij naast zijn baan volgt.
Vanaf dat moment klimt Oostrom in de bestuurlijke rangen. Hij wordt eerst beleidsmedewerker op het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, dan projectmedewerker thuiszorg en landt in 2005 bij de Nierstichting, de stichting waar hij in 2010 directeur wordt. In die functie geeft hij inmiddels leiding aan zeventig medewerkers.
Drammen
‘Tom is een doener’, zegt Jolande Sap, voorzitter van de NPHF, de Federatie voor Gezondheid waar ook de Nierstichting lid van is. ‘Indien nodig schrijft hij zelf even een persbericht, over dat soort dingen doet hij niet moeilijk.’ En na even nadenken: ‘Ik kan niets slechts over hem verzinnen.’
Dat kan broer George Oostrom wel. ‘Wanneer wij in een restaurant eten, wijst hij ons altijd even op de gevaren van vet, zout en suiker.’
‘Af en toe kan ik behoorlijk drammen’, erkent Tom Oostrom zelf. ‘Vooral als ik mijn zin niet krijg.’
Zijn drie fietsvrienden maken dat nooit mee. Die fietsen elke zondag braaf over de dijk langs de Lek. Alleen omdat Tom dat wil.